Een rondje weg-van-de-wereld
Veurne · 43 km
Cliquez ici pour la version courte de 29 kmVeurne · 29 km
Cliquez ici pour la version longue de 43 km
In en rond de Sint-Laurentiuskerk staat beeldend werk van de bekendste inwoner van Steenkerke - Willem Vermandere - die recht tegenover de ingang van de kerk woont en werkt. Onder een afdakje aan de ingang van de Sint-Laurentiuskerk van Steenkerke ligt een bijzondere steen. Lang voor er sprake was van internet, televisie, radio, kranten of andere communicatiemiddelen, diende de roepsteen om nieuws te verspreiden onder de dorpelingen.
Près du Fortembrug se trouve le Mout- en Brouwhuis De Snoek, une brasserie-malterie intacte du XIXe siècle, aménagée en musée. Cette pièce exceptionnelle du patrimoine industriel vous ramène à l'époque préindustrielle des brassins fumants et des chambres de fermentation froides. Vous pouvez voir comment le maltage et le brassage se faisaient à cette époque, selon un système économique de cascade du grenier à la cave. Toutes les explications sont données au moyen d'équipements d'origine : des marmites de cuisson et de brassage en cuivre, un agitateur en fonte, des cuves et fûts de fermentation séculaires, une malterie intacte, etc. La visite se termine dans l'auberge-musée dont la carte des boissons vous offre une large gamme de trappistes belges et de bières régionales.
Le Mout- & Brouwhuis De Snoek, sur la place près du pont, est très populaire auprès des cyclistes. Dans cette ancienne auberge, presque toutes les bières de la Flandre occidentale sont au menu. Assis à table, les clients lisent des pensées profondes « bièreologiques » : « Meer zijn er dood gedronken dan in zee verdronken! » (« Plus de gens ont été ivres morts que noyés dans la mer ! ») Ou: « Bierken, bierken, ik zal u zuipen, al moet ik op handen en voeten naar huis toe kruipen! » (« Bière, bière, je vous boirai, même si je dois rentrer à quatre pattes ! »)
L'église Saint-Audomar avec ses trois nefs de style gothique tardif (XVIe-XVIIe siècles) est un monument protégé. Dans le cimetière, l'ex-ministre socialiste bruxellois Hendrik Fayat est enterré, tout comme le poète-vicaire local très contesté Cyriel Verschaeve (1874- 1949), condamné à mort pour collaboration avec les nazis.
À partir de 1915, des soldats belges de la Première Guerre mondiale sont enterrés autour de l'église Sainte-Apollonie, de style gothique tardif, créant ainsi l'actuel cimetière militaire. Il y a 642 soldats belges qui y ont trouvé une dernière demeure. En 1923 eut lieu le quatrième pèlerinage de l'Yser à Oeren. Après cela, cette fête de commémoration s'est déplacée définitivement à Dixmude.
Avec ses nombreux bâtiments historiques, c'est sans aucun doute l'une des plus belles places du pays. La pièce maîtresse est l'hôtel de ville (1596) de style Renaissance. Le bâtiment attenant (1621), aujourd'hui intégré à l'hôtel de ville, était autrefois le siège de l'administration et du tribunal de la châtellenie (ou vicomté) de Furnes. Le pavillon espagnol (XVe siècle) à l'angle de la rue Ooststraat est également remarquable. De la place, vous avez également une vue sur l'église Sainte-Walburge de style gothique (XIVe siècle) et l'église Saint-Nicolas (XIIe siècle), qui est en fait située sur le Houtmarkt.
Depuis Furnes, cette voie navigable relie le canal Nieuport-Dunkerque à l'Yser, 14 km plus loin à Fintele. Pendant des siècles, le Lovaart était important pour les péniches plates qui transportaient les betteraves jusqu'à la sucrerie (aujourd'hui disparue) de Furnes. Aujourd'hui, le canal n'a plus d'utilité économique, mais il est prisé des plaisanciers, des pêcheurs et des cyclistes.
Le Kolme ou le Bergenvaartje part de Furnes à Bergues dans le nord de la France. Aujourd'hui ce n'est qu'un petit canal, mais au Moyen Âge cette voie d'eau était importante pour la navigation intérieure. En fait, sur le territoire français c'est toujours une voie d'eau industrielle.
De imposante Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk is sinds 1948 beschermd. Het is een gotische hallenkerk met een logge, zware westertoren met steunberen, uit de 15de-17de eeuw. Enkele romaanse ijzerzandstenen delen van de vroegere kerk bleven bewaard. Het meubilair omvat een 18de-eeuws orgel, een doksaal en enkele sculpturen, waaronder een calvarie met Maria Magdalena en diverse 16de-17de-eeuwse schilderijen. Je treft er ook gegroepeerde graven van kinderen aan. Op dit kerkhof ligt luitenant-generaal Wielemans uit de Eerste Wereldoorlog. Omheen de kerk is er ook een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Tweede Wereldoorlog.
À la fin du XIXe siècle le château Beauvoorde est entré en possession du noble excentrique Arthur Merghelynck, qui l’a fait restaurer dans un style typique du XVIIe siècle. Aujourd’hui tout est toujours là tel que Merghelynck l'a laissé à sa mort en 1908. En été, il y a des conférences, des expositions, une route de la poésie et des messes d'artistes. Dans le parc du château il y a un centre d'accueil.
Kasteel: van 1 april tot 31 oktober: woensdag van 14 tot 17 u., zaterdag, zon- en feestdagen van 10 tot 17 u.; in juli en augustus en tijdens de schoolvakanties van woensdag tot zondag van 10 tot 17 u.; van 1 november tot 31 maart enkel groepsbezoek. Park: het hele jaar door van dinsdag tot zondag van 10 tot 18 u. (in juli en augustus dagelijks).
Tuur Djès, in 2015 door de lezers van een dagblad uitgeroepen tot het beste café van (Groot)Veurne, is genoemd naar een plaatselijke kaasmaker en dorpsfilosoof en een echte ontmoetingsplaats '... voor Jan met de pet en Albert met de pittelair'. Het grote gamma bieren is indrukwekkend.
Voor bierliefhebbers heeft Gasthof ’t Voshol op het dorpsplein van Leisele een ‘specialleke’ buiten formaat: de ‘Stoefer’. Een halveliterglas met vier alcoholische dranken: Sint-Bernardus Prior van het vat, Cointreau en twee ‘geheime’ dranken. Geflambeerd bij het inschenken.
'Bachten de Kupe', 'Veurne-Ambacht', de 'Westhoek'; het zijn allemaal namen die verwijzen naar het meest westelijke deel van West-Vlaanderen, achter de IJzer. In dit openluchtmuseum zet je een stap terug in de tijd: je beleeft er hoe het leven in de Westhoek was in de 17de eeuw. Je wandelt er voorbij een Houtlandse boerderij met woning, wagenhuis, koeien- en paardenstal en een bakoven, ingericht met authentieke meubels en werktuigen. In het tweede deel loop je langs straatjes met streek- en kunstenaarshuisjes, een drukkerij, een schoollokaal, een slagerij, een tabakswinkel, een dokterspraktijk, een kapperszaak, een kruidenierswinkel... In het derde deel is er het dorpsplein met een kiosk, ambachtshuisjes en de dorpsherberg waar je een streekbiertje kunt drinken. Er is ook een tweedehandsboekenwinkeltje met meer dan 5000 boeken.
De Stalijzermolen is een houten staakmolen uit 1804. Het is de enige van de vijf windmolens die Leisele ooit rijk was die is overgebleven.
In de schaduw van de kerk kun je verpozen op het terras van volkscafé Nieuw Bulskamp. Ze serveren er heel wat streekbieren en lekkere pannenkoeken.
Dit gotische pand (15de-16de eeuw) is een van de pareltjes die de Grote Markt van Veurne sieren. Oorspronkelijk was dit het Veurnse Stadhuis. Het verleende in de 17de eeuw onderdak aan Spaanse officieren. Momenteel doet het gebouw dienst als tentoonstellingsruimte.
Enkel tijdens de tentoonstellingen.
Gezellige tearoom/brasserie in het centrum.
Het centrum van Oeren telt amper een paar huizen telt, maar was tot 1970 wel een zelfstandige gemeente. Bij gebrek aan raadszaal kwam de gemeenteraad bijeen in de opkamer van het eeuwenoude café De Leute (1672) en werden er zelfs huwelijken gesloten. De kerk was toegewijd aan Sint-Apollonia en is nu een expositieruimte.
Fortem is een gehucht nabij de dorpskern van Alveringem. Het gehuchtje ligt een kleine kilometer ten oosten van de kern van het centrum, langs de weg naar Lampernisse en Oudekapelle. De brug verbindt beide oevers van de Lovaart.
De Sint-Martinuskerk, een laatgotische hallenkerk van omstreeks 1500, werd meermaals door brand geteisterd, de laatste keer in 1909. De kerk is in 1939 beschermd als monument. De hele dorpskern is sinds 1996 een beschermd dorpsgezicht.
Tijdens deze fietstocht flaneer je vanuit Veurne door het uiterst westelijke deel van het land. West-Vlamingen spreken over 'Het Blote', als ze het hebben over het polderlandschap dat tegen de zee en de Franse grens â de 'schreve' â aanleunt. Bloot, omdat er enkel uitgestrekte weiden en piepkleine dorpjes zijn. Het uitzicht is er, in vergelijking met de rest van Vlaanderen, nog niet aangetast door lintbebouwing en andere ruimtelijke wanorde. Je ervaart er een onbetaalbaar weg-van-de-wereld-gevoel. Op het geloei van een koe na hoor je in dit fraaie stukje Westhoek enkel het zoeven van je wielen, ideaal om je hoofd leeg te maken en je batterijen weer op te laden. Ook lekkerbekken zijn in deze regio aan het goede adres: in de authentieke dorpscafeetjes proef je van paté, potjesvlees en een rijk aanbod aan bieren.